Amerikaanse vogelkers
De Amerikaanse vogelkers iseen plant uit de rozenfamilie (Rosaceae). De soort is in Nederland geïntroduceerd vanaf 1920 als vulhout in de bossen.
De Amerikaanse vogelkers bloeit van eind mei tot en met juni met witte bloemen in trossen. De vrucht is een 1 cm grote steenvrucht met een kleine pit.
De kleine bessen zijn eetbaar. Deze worden Amerikaanse kers genoemd. Ze zijn alleen smakelijk als ze rijp zijn; dan is de kleur zeer donkerrood, bijna zwart. Amerikaanse kersen zijn uit de hand eetbaar, weliswaar met een enigszins bittere smaak, maar zeer dorstlessend. Je kunt er onder meer jam en sap van maken.
Het blad en de pit van de Amerikaanse vogelkers is giftig, net als bij gewone kersen. Het is dus sterk af te raden kersenpitten door te slikken.
Doordat de vogelkers zich in korte tijd snel kan uitbreiden wordt deze in de volksmond wel bospest genoemd. De struik is taai en is in staat zich snel van beschadigingen te herstellen. Het afzagen van de struiken zonder verdere behandeling leidt ertoe dat de struik weer snel uitloopt; na één groeiseizoen reiken de vele loten anderhalf tot wel twee meter hoog.
Siroop van de kersen
Doe de vogelkersen in een pan en giet er heel weinig kokend water op, laat de massa 10 minuten staan en wrijf alles met een houten lepel door een zeef. Op ½ liter sap voegt men 350 gram rietsuiker toe. Terwijl je het verwarmd dien je de suiker in het sap op te lossen en daarna twintig minuten laten inkoken op een zacht vuur.
Warm in flessen doen en goed afsluiten. Uiteraard er een etiket op plakken.
Geschikt voor sauzen, als siroop voor drankjes met bijvoorbeeld bronwater en om grof waterijs mee te maken.