Krentenboompje
Het krentenboompje (Amelanchier) is een struik uit het geslacht van ongeveer 25 soorten struiken uit de rozenfamilie (Rosaceae). Het geslacht is inheems in de gematigde gebieden van het noordelijk halfrond. De meeste soorten komen voor in Noord-Amerika, enkele soorten komen in Eurazië voor.
Het krentenboompje is een breed uitgroeiende, bladverliezende struik die maximaal 10 meter hoog kan worden. In Drenthe, Overijssel en Limburg komen ze vaak verwilderd voor. De bloei valt in april, mei en er bloeien dan witte bloemetjes aan. Een bloeiend krentenbos is een lust voor het oog (zie het Eerderbos tussen Ommen en Den Ham). Na de bloei ontstaan er blauwzwarte besjes. De hoogte wordt rond de 4 tot 6 m.
Jam van krentenboombesjes.
500 gram door de roerzeef gedraaide besjes van het krentenboompje.
Houdt 1/3 deel van de pitjes van de bessen apart in een doekje.
½ liter vers bessensap (hiervoor heb je ongeveer 700 gram rode bessen nodig).
1 kilo rietsuiker (of geleisuiker).
De besjes samen met het sap en de pitjes in een zakje tot 2/3 inkoken. Het zakje met de pitjes er dan uit halen. De suiker roerend toevoegen en oplossen. 8 tot 10 minuten bruisend laten koken. Vervolgens in schone jampotjes doen. Afsluiten en rustig op een houten blad laten afkoelen. De potjes na 10 à 15 minuten op zijn kop zetten. De afgekoelde potjes jam van een etiket voorzien en in het donker koel bewaren.
Bij de jam zijn de pitjes hinderlijk, maar het is slim om wel een aantal pitjes met het inkoken van het vruchtvlees apart in een groot thee-ei of een builtje mee te laten koken om de aparte lichte amandelsmaak af te geven.
Verse rode bessen door de vruchten van het krentenboompje geven nog meer smaak aan je jam.